Het roer moet om
Verkwikt na een goede nachtrust en een rustig ochtendritueel stel ik de navigatie in op de dichtstbijgelegen plaats in Litouwen. De route voert mij door een afwisselend en zacht glooiend landschap over kleine weggetjes, onderlangs de zuidgrens van Kaliningrad. Het heeft iets weg van Zuid-Limburg, maar dan op een iets grotere schaal, en veel rustiger. Aanvankelijk zijn de wegen nog acceptabel, maar het wegdek wordt allengs slechter en doet een aanslag op mijn schokbrekers. Buiten dat voelt het op momenten wel heel erg verlaten, ben al een uur geen huis en geen ander verkeer tegengekomen. Dan raak ik op een iets grotere weg, waar ik op mij qui vive moet zijn voor woest passerende Poolse chauffeurs, die de snelheidsbeperkingen aan hun laars lappen. Opeens zie ik een bord met een bekend, maar ook berucht teken erop, een hakenkruis. Er staat een tekst op waarvan ik alleen zo gauw Adolf Hitler kan lezen en "Wolfsschanz". Dat laatste doet een belletje rinkelen, waar ken ik dat van. Mijn nieuwsgierigheid wint andermaal van mijn verstand en ik draai terug en volg de borden die zeggen dat het nog 5 km is. Het wordt heuvelachtig, en ik rijd door een oud beukenbos. Het duurt voor mijn gevoel langer dan 5 km, er komt nog een bord voorbij dat naar een hotel verwijst, met tekst in dat bekende Germaanse lettertype. Dan ben ik er, en tot mijn verbazing is er een toegangspoort met hek en veel semi-beveiliging in uniformen. Ik moet een ticket kopen om binnen te komen en wordt vervolgens naar de camperplaats verwezen. Camperplaats? Ik begrijp er niks van, maar volg de aanwijzingen en parkeer tussen een aantal campers. De grote parkeerplaats voor auto's is dan nog vrijwel leeg. Ik zie veel mensen in legerkleding lopen, die elkaar allemaal erg vriendelijk groeten, ik bespeur een vreemd soort saamhorigheid...
De hond was geen probleem hadden ze bij de ingang gezegd, dus wandelen we het mooi geveegde en keurig aangelegde pad op. Het terrein blijkt reusachtig te zijn, en ik bevind me dus op het voormalige bunkercomplex van Hitler, de plek waar de aanslag op zijn leven is gepleegd. Ik zie mensen lopen met koptelefoons op, ze volgen een gidstoer of hoe dat ook mag heten. Veel gezinnen zie ik, mensen luisteren aandachtig naar wat ze horen, ik zie zelfs een groep met een gids. Bij elke bunker staat een uitleg wat het vroeger geweest is met foto's. De Nazi's hadden zelfs een eigen casino daar. Veel is er niet van over, omdat de geallieerden het platgebombardeerd hebben. Maar los van de geschiedenis en de betonblokken is het een prachtige plek en tussen de grote bomen ook strategisch gekozen. Ik probeer contact te maken met een aantal Poolse mensen om te achterhalen wat hen hier brengt, maar de taalbarrière is te groot. Als ik terugkom bij de bus, zijn er heel wat campers bijgekomen, en de grote parkeerplaats is bijna vol. Omdat ik nu toch op een camperplaats sta, maak ik van de gelegenheid gebruik om het drinkwater bij te vullen voor ik weg rijd. Ik raakte her bij toeval verzeild, maar al deze mensen kwamen dus duidelijk bewust. Waarom? Geen flauw idee.
Later in de middag slaat het weer om, en het begint zachtje te regenen, in de buurt van de grens met Litouwen is het alsof ik terug in Nederland ben want het hoost onafgebroken, nu, en het landschap is ook al niet veel soeps. Grote winkelcentra, fabrieken en chaotische wegonderbrekingen markeren mijn kennismaking met dit onderste Baltische land. Als ik de eerste grote stad voorbij ben draai ik de hoofdweg af, want het is inmiddels 6 uur geweest, en tijd voor een slaapplek. Ik stop bij een redelijk fraai uitziende buurt. Ik bel met mijn vriendin, dis na het verhaal over Kaliningrad erg is gaan twijfelen aan mijn bestemming. Ze is op bezoek geweest bij een Russiche echtpaar in de buurt, die wel honderd keer gezegd hebben dat ik zeker niet Rusland in moet rijden op dit moment. Ze horen de ergste verhalen van hun familie. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de banken niet eens de euro's die ik bij me heb, kunnen wisselen voor roebels, omdat blijkbaar de meeste banken niet genoeg valuta in huis hebben. Ook schijnt de haat tegen het Westen steeds grotere vormen aan te nemen, vergelijkbaar met de Putin-haat die sommige Nederlanders ook koesteren. Ik moet mij gaan beraden, want na mijn eerste ervaringen kan ik niet langer mijn kop in het zand steken. Als ik doorzet, betekent dat dat ik geen telefoonbereik heb, dus geen contact met Nederland en geen navigatie. Ook de MIR-kaart waarbij je buitenlandse valuta kan omzetten in een tegoed aan roebels op een bankkaartje valt inmiddels af, omdat je die kaart alleen krijgt met een Russisch telefoonnummer. Dat zou betekenen dat ik mijn reisbudget (dat ook voorziet in extra uitgaven met betrekking tot de bus) de hele weg contant bij me moet houden, een niet erg plezierig vooruitzicht. De situatie in het land heeft dus feitelijk reizen zo goed als onmogelijk gemaakt. Als laatste poging bezoek ik de website waar je Russische telefoonkaarten kan kopen, maar die blijkt uit de lucht gehaald.
Uiteindelijk wint mijn verstand van mijn hart. Mijn hart, dat al zo lang droomt om het land van mijn geliefde schrijvers te bezoeken, het land met zijn bewogen geschiedenis, dat decennia gesloten is geweest voor de westerling, en nu opnieuw onbereikbaar lijkt te zijn geworden. Het is een pijnlijke beslissing, en ik ben wel even van slag. Ik moet mijn koppigheid aan de kant zetten, en wachten op betere tijden in de wereld. Om een beetje bij te komen google ik op campings en vind vlak in de buurt een prive-camping. Ik bel en de eigenaar zegt dat ie er niet is maar dat ik gewoon kan gaan staan bij de vijver. Het adres is makkelijk gevonden, en het is een klein groen paradijsje, beheerd door een kunstenaarsechtpaar, die uitermate vriendelijk en gastvrij zijn. Ik ga maar eens even een dagje vakantie nemen om het te verwerken. Klinkt allemaal heel dramatisch, maar na 4 jaar voorbereiding is dit best een domper.
En wat ook de moeite waard is is het oerbos in Polen tegen de Wit Russische grens!
Er valt nog genoeg te ontdekken!