Een warm welkom en bed zonder breakfast in Niko's House

15 oktober 2021 - Greci, Roemenië

Na een zeer goede nacht slapen waarbij ik halverwege de nacht een keer wakker werd door een het geluid van hard stromend water op het metalen dak van het aangrenzende pand, maak ik een echte pot koffie voor mezelf in de gezamenlijke keuken van Niko's House. De keuken is zeer goed ingericht en van alle gemakken voorzien. Niko voorziet namelijk niet in ontbijt of ander eten. Ik ontmoet de andere twee gasten van de B&B, het zijn jonge mannen die als ingenieurs werken in de wegenbouw door heel het land, en nu voor een projekt in de buurt hier verblijven. Ze zien er fris en eigentijds uit, een van hen heeft zelfs de hipster-look met mannenknot. Ze spreken beide Engels, en we maken kennis. De luxe om met een ingerichte bus een paar maanden op reis te gaan blijft hier natuurlijk een ongekend fenomeen. Ze snappen niet hoe iemand dat financieel kan bolwerken, zelfs niet als ik vertel dat ik jarenlang gespaard heb voor deze reis. Al snel vertrekken ze naar hun werk en ben  ikhelemaal alleen in het hotel. Eindelijk even de tijd om wat zaken in mijn laptop te ordenen. Ik snap niet hoe die vloggers dat doen met al dat video bewerken en wat daar allemaal bij komt kijken. Ik krijg het ternauwernood voor elkaar om elke dag mijn ervaringen op te schrijven, en wat foto's te plaatsen. Ik geniet van het feit dat ik tijd zat heb. Het regent nog steeds buiten, dus geen haast om naar buiten te gaan.
Na enige tijd begint het buiten een beetje op te klaren, en ik kleed me aan om met het hondje te gaan. We wandelen het dorp uit, daarbij begeleid door het oorverdovende geblaf van de waakhonden die hier op elk erf zitten en af en toe worden we lastig gevallen door de straathonden die Kitaan niet accepteren op hun territorium. Het zal Kitaan allemaal worst wezen, hij heeft allang geleerd om blaffende honden te negeren.
Buiten het dorp, de hoofdweg heeft hier zowaar een heus fietspad langs de weg, slaan we een pad in. Al gauw wordt het zo glibberig dat ik in het gras moet gaan lopen, het pad is van een zeer dikke kleverige klei. We komen uit bij een soort vuilnisbelt, annex mestvaalt van het dorp, met weer zo'n klein hokje met een loketje waar ze in Oekraine ook al zo dol op waren, overal kleine hokjes met loketjes, waar dan ook echt de hele dag iemand in zit. Deze keer is het verlaten, het enige leven dat we aantreffen zijn twee honden die daar blijkbaar wonen, en die niet goed weten of ze nou blij moeten zijn dat ze een mens zien, of aggressief moeten reageren op Kitaan. Als ik dichterbij kom besluiten ze voor het eerste, want deze honden zoeken allemaal contact in de hoop dat ze wat voedsel toegeworpen krijgen.
We laten ze verder met rust en komen uiteindelijk via de andere kant het dorp, hier zijn geen verharde wegen en de huizen zijn kleiner en meer vervallen, ik word regelmatig van over de schuttingen begluurd door manspersonen. Ik doe een poging tot een groet, die met een nauwelijks waarneembaar hoofdknikken word beantwoord. Ik word gepasseerd door een jongeman die met een noodgang voorbijrijdt op een tweewielig wagentje, getrokken door pittig paardje dat wel iets van een harddraver heeft. Hij keurt ons geen blik waardig. Het miezert een beetje en wel zijn allebei modderig en toch wel nat geworden, dus ik besluit de verkenning even voor gezien te houden. In de bus zet ik het electrisch kacheltje aan, ik heb de bus mogen aansluiten op een stopcontact, zodat de hond wat kan drogen en ga zelf naar binnen om nog een beetje op mijn laptop te werken.
's Middags begint de zon voorzichtig te schijnen en gaan we richting het National Park dat hier vlakbij moet zijn. Onderweg worden we gezelschap gehouden door een wat jongere hond, die aansluiting zoekt bij Kitaan. Hij volgt ons tot de rand van het dorp, daarna verlies ik hem uit het oog. Aan het laatste deel van de Strada Parkul National staan veel mooie huizen, zuidelijk aandoende villa's, verzorgd en met prachtige bomen en bloemen in de tuinen. Daarna houdt het asfalt op en volg ik een pad dat verstevigd is met stenen en huisvuil. Ook een manier om van je troep af te komen. Ik wandel over plastic flessen, vergane kledij en flessendoppen. Dat is niet zo raar in dit land dat toch al bezaaid is met afval, waar je ook loopt, er liggen overal plastic draagtasjes en petflessen.
Na een paar km wordt het pad ruiger en bestaat uit brokken steen, hier geen aangelegde wandelpaden, zoek het zelf maar uit. Wat ik op zich erg leuk vind, en we klauteren steeds hoger de kale heuvels in. Onderweg treffen we een soort half ondergrondse woning aan, die vervallen lijkt. Of het onbewoond is kan ik niet zeggen omdat er een jas naast de deur hangt. Ik blijf op respectvolle afstand voor het geval daar toch nog iemand woont. In deze landen weet je maar nooit.. We komen bij een verlaten steengroeve waar grote roze machines werkeloos in de zon staan. Het pad langs de machines lijkt een wat eenvoudiger afdaling te bieden terug naar het dorp. Helemaal beneden staat weer zo'n hokje, en mijn onbedwingbare nieuwsgierigheid dwingt mij tot een inspectie. Het is kaal van binnen, de kunststofdeur is er wat slordig ingehangen met purschuim. Ik zie twee stoelen staan, gemaakt van oude autostoelen, er hangt een kruisbeeld en een zelfgemaakte vliegenmepper aan de wand. Op het kleine tafeltje staat een ouderwetse radio. Net als ik de deur wil openen om een filmpje van het tafereel te maken hoor ik een stem, begeleid door woest hondengeblaf. Er komt een man in uniform op me af, en zijn drie honden bedreigen Kitaan. De grootste, een teefje met laaghangende tepels waagt het zelfs Kitaan in zijn achterste te bijten. De groeve is dus niet zo verlaten als ik dacht. Het wordt duidelijk dat mijn aanwezigheid hier niet gewenst is en de man stuurt me de weg naar Greci op. Ik ben al blij dat ie me niet naar Siberie wil sturen. Om problemen te voorkomen hang ik de onnozele uit, en onder luid misbaar van de honden lopen we snel langs de slagboom het andere pad op. Veel gebouwen in deze landen zien er uit alsof ze niet meer in gebruik zijn door de slechte staat van onderhoud. Ik weet nu dat dat niet altijd zo is. In Oekraine was ik ook al een paar keer opgeschrikt bij zulke plekken.
In het hotel gaan we op het terras genieten van de inmiddels lekker warme zon. Kitaan doet een dutje en ik ontspan met een restje Oekraiens appelsap terwijl ik het dorpsleven aan me voorbij zie trekken. Een piepklein katje dat eerder op de tafel lag, maar weggevlucht was voor Kitaan, komt schuchter weer aangeslopen. Voetje voor voetje komt ze dichterbij. Ik negeer haar en even later zit ze luid spinnend bij me op schoot en is niet meer weg te slaan, zelfs niet als Kitaan even wakker wordt en kennis wil maken. Het voelt allemaal heel vredig. Later heb ik in de keuken nog een heel gesprek met Niko en de twee andere gasten, en ze vertellen enthousiast over hun land en de plekken die ik zeker moet bezoeken. De groeve die ik gezien heb delft inderdaad graniet zoals ik al vermoedde, en in jaren '30 van de vorige eeuw zijn er hier veel Italiaanse gastarbeiders aangetrokken vanwege hun expertise met dit materiaal. Ze leggen uit dat hun taal een mix is van Romaans en Slavisch, dat verklaart waarom sommige teksten op de borden met een beetje fantasie redelijk leesbaar zijn. Met zijn drieen zijn het er roerend over eens dat ik door moet rijden nar Bucovina in de Karpaten, want dat daar de mensen nog op de oude Roemeense manier leven en werken. Ik zal die tip bewaren voor een eventueel volgend bezoek aan dit land. Momenteel gaat mijn verlangen niet uit naar de koude en grillige Karpaten, waar het omstreeks deze tijd zomaar eens zou kunnen gaan sneeuwen.
Ik sluit de dag af met een maaltijd in een restaurant een paar km verderop. Morgen weer verder, richting zuiden, op naar Bulgarije.

Foto’s

2 Reacties

  1. Marja:
    15 oktober 2021
    Ik geniet nog steeds van je verhaal, temeer omdat ik zelf ook weleens een dergelijke reis wil maken. Of het er echt van komt weet ik niet, maar ik lees wel graag verhalen over mooie reizen en je schrijft mooi gedetailleerd waardoor ik er een aardig beeld van krijg.
  2. Pauline van Meegeren:
    16 oktober 2021
    Wat gezellig dat je zo meereist Marja. Het voelt minder alleen door de mensen die mijn reis volgen. Want hier is natuurlijk de taalbarrière en op sommige plaatsen ook de leegte in het land. Ik verlangde er al jaren naar dit soort ruimte eens te mogen ervaren. Het is heel speciaal als je bovenop een heuvel over het land kan kijken tot aan de horizon in het besef dat jij daar op dat moment de enige levende ziel bent, de dieren niet meegerekend dan.