Piano aan langs de Donau

29 oktober 2021 - Plandište, Servië

Het is al kwart voor elf als ik Boes het steile pad naar beneden stuur. Het lijkt een stuk gemakkelijker nu ik de route ken. Toch zit er iemand achter me die het nodig vindt om te toeteren als ik die ene scherpe draai niet snel genoeg neem naar haar zin. Het blijkt de buurvrouw van Volja te zijn, zie ik als ze me later passeert. Ik stop namelijk even op een vlakker stuk om wat te lopen. Al dat stilzitten is niet goed voor mijn oude botten. Vandaag gaat het noordwaarts langs de rivier de Donau. Ik weet dat er liedjes over zijn gemaakt, en begin te begrijpen waarom dat zo is. Wat een indrukwekkende stroom is het. Er varen enorme duwboten met zware lading, en hier daar een piepklein vissersbootje. Ik zie Roemenië liggen aan mijn rechterhand. Aan de linkerkant wordt de weg begrensd door rotsachtige heuvels. In het dorp heb ik gelezen dat dit gedeelte een Geopark is omdat er hier miljoenen jaren oude gesteentes zichtbaar zijn. Af en toe rijd je letterlijk onder de rotsen door. Is een vreemde gewaarwording en onbewust trek ik mijn hoofd een beetje in. In de zomer is hier behoorlijk wat toerisme, in het dorp zag ik veel kamerverhuur en langs deze weg ook veel borden. Er zijn voldoende parkeerplaatsen aangelegd langs het water, sommige met een zitje onder een houten parasol. Mooie toeristische route denk ik.

Dan zie ik een bord dat een tunnel aankondigt en doe mijn lichten alvast aan. Ik rijd ongeveer 70 km/u, er staat wel een bord dat maant de snelheid te verlagen tot 60 km. Als ik de eerste tunnel inrijd schrik ik me kapot, het is volledig donker, ik kan niks meer zien. Ik laat in paniek het gas los en tuur door de voorruit. Vaag zijn de strepen op het midden te zien en de wand van de tunnel glinstert luguber in het zwakke licht van de koplampen, ik kan met moeite een gele band onderscheiden die op 1 meter hoogte is aangebracht. Groot licht dan maar, iets wat ik zelden doe. Het grote licht maakt niet veel verschil, en wat ben ik blij als we het licht weer zien. Even met de ogen knipperen, want de zon schijnt vandaag uitbundig. Murphy's law: onverlichte tunnels en een felle zon. De weg boort zich nog vele malen door de voeten van de berg, en het wordt niet echt makkelijker voor mijn ogen om zich zo extreem aan te passen. Omdraaien is echter geen optie, ik ben nou eenmaal geen opgever. Maar zoals met alle dingen, komt ook hier een eind aan als de bergen minder hoog worden de weg minder kronkelig.

De navigatie staat op het plaatsje Ram, want ik meen op de kaart gezien te hebben dat daar een veerdienst over de Donau is. Ik maak een paar kilometer voor Ram een stop in een dorpje voor wat sigaretten. Bij het dorpswinkeltje zitten op het terras een aantal mannen. Op de tafels staan flessen wijn met plastic bekertjes. Dit dorp ligt op de wijnroute heb ik onderweg gezien, dus dat lijkt logisch. Ze staren me aan als ik naar binnen loop en als ik naar buiten kom biedt een van hen me een bekertje wijn aan. Ik bedank vriendelijk en zeg dat ik nog moet rijden en wijs op Boes. Nu is zijn nieuwsgierigheid pas echt gewekt. Hij praat een paar woorden Duits en Engels en is niet bij me weg te slaan. Hij grijpt mijn hand vast terwijl hij van alles tegen me zegt waar ik geen touw aan vast kan knopen. Of het de drank is of de taalverwarring laat ik even in het midden. Ik wandel naar de bus met de man in mijn kielzog en stap in. Hij geeft niet op en probeert de aandacht van Kitaan te trekken, die daar gelukkig niet op reageert. Hij zegt dat ik in Ram bij het restaurant riba (vis) moet eten, want dat schijnt heel lekker te zijn. Als ik achter het stuur zit en hij mijn hand maar niet los wil laten vraag ik of hij piano (dronken) is. Nee, nee, bezweert hij mij, hij heeft maar een kleine liter wijn op. Kleine wijn zegt hij. Ik ruik iets anders. Hij trekt me naar zich toe en ik ontvang een dronken Servische kus op mijn wang. Dan start ik de motor, duw zijn arm opzij, sluit het portier en rijd weg.

In Ram ligt op een verhoging aan een bocht in de rivier een indrukwekkende vesting. Ik zie af van de beklimming en volg de piepkleine bordjes met "ferry" erop. De weg verandert in een grindpad, en ik kan me niet voorstellen dat er hier een ferry is, ben al aan het rondkijken of ik ergens kan draaien. Dan zie ik een vrouw staan en vraag aan haar: Ferry? Boes ok? Ze knikt bevestigend en wijst naar beneden. Als ik verder rijd zie ik een oude gammele schuit liggen waar drie auto's op staan. Aan de zijkant ervan ligt een bootje. De mannen aan dek wenken naar mij dat ik op kan rijden. Ik schuif van het grind op de loopplank en onder oorverdovend gerammel rijd ik de veerpont op. Het dek bestaat uit zeer oude en beschadigde planken. Een van de mannen haalt met een handlier de loopplank omhoog. Dan komt de schipper langs voor de betaling van de overtocht. 1600 diners. Ik denk dat het een vergissing is en wil hem 160 geven. Dan graait hij in mijn portemonnee en haalt er een briefje van 1000 en nog een van 500 uit. Oops, dure overtocht. Who pays the ferryman?

Nou, mijn contant Servisch geld is nu dus op. Ik vraag hoe lang het gaat duren en hij antwoordt: 2 kilometer. En dit is nog wel een stuk waar de Donau veel minder breed is. Aan de overkant leggen we aan in een inham van de rivier. Met schoppen wordt het gat tussen de oprijplank en de oever met grind en stenen aangevuld alvorens de auto's eraf mogen. Aan de rechterkant ligt inderdaad een restaurant met een gezellig terras. Hier bestel ik een hamburger omdat ik geen vis lust. Kitaan mag gewoon mee op het terras, de Serviërs kijken heel anders tegen honden aan dan hun oosterburen, je ziet hier zelfs mensen hun hond uitlaten. Gelukkig maar, want de hamburger is veel te groot voor mij alleen. Ze hebben zelfs wifi hier, voor de deur van het restaurant staan verschillende mensen driftig te telefoneren. De verbinding is helaas niet snel genoeg om mijn filmpjes te uploaden, dus dat moet nog even wachten.

De route hierna is wat saai, het land is inmiddels helemaal plat geworden, en aande buitenkant van een dorpje zie ik een restaurant dat gesloten lijkt. Het blijft rustig als ik er omheen wandel, dus hier slapen we vannacht. Behalve een paar auto's die er blijkbaar vannacht bij zijn gekomen beleven we een ongestoorde nacht.

Foto’s

1 Reactie

  1. Marja:
    29 oktober 2021
    Je maakt ook wel wat mee, zeg! Die tunnel en die vrijpostige man en die dure overtocht met een gammele boot. Ik zie het zo allemaal voor mij.