Estland geen best land

9 mei 2023 - Vaibla, Estland

Het is al laat als ik vertrek vanaf Jauntselas. Heerlijke wandeling gemaakt langs het meer. Hier staan vaak kleine houten kotjes zomaar in het land, en uit nieuwsgierigheid open ik de deur. Het blijkt een eco-toilet te zijn, een houten plank met een gat erin. Ik weet niet of het door deze hokjes komt, maar de stopplaatsen in deze landen zijn helemaal niet vervuild met afval en uitwerpselen voorzien van witte vlag van toiletpapier. Overal staan grote, kleurige containers voor gescheiden afvalinzameling. Nu kan het natuurlijk ook komen doordat hier veel minder mensen wonen per vierkante km, ruime vijf keer minder dan in Nederland. Het rijden is dan ook super relaxed, vaak ben je kilometers lang de enige weggebruiker. Een van de belangrijkste redenen waarom ik niet graag de autobaan rijd is de hond. Je kunt dan nergens anders stoppen dan bij deze smerige plekken en dat is verre van ideaal, want honden zijn echte viezeriken, altijd geïnteresseerd in mensenpoep. Veel autobanen zijn er nog niet in de Baltische landen, hier en daar worden ze wel aangelegd.
Dus vol goede moed zet ik dit keer koers naar Tartu, een stad in het volgende land, Estland. Ook daar zou een stadscamping zijn, gelegen aan de haven. Nauwelijks vertrokken vanaf de camping wil mijn navigatie alweer een grindpad op. Ik weiger en blijf stug de weg vervolgen. Ze haalt bakzeil en ik zie dat ik over 17 km pas weer rechtsaf hoef. Dat rechtsaf zint me niet erg, omdat mijn richtinggevoel zegt dat ik recht omhoog zou moeten rijden. Wegen zijn dun gezaaid hier, dus het zal dan wel niet anders kunnen. Het is hier zo mogelijk nog rustiger dan ik tot nu toe mee heb gemaakt. Maar het uitzicht langs de weg stemt me niet vrolijk. Aan de horizon is bos te zien, maar zodra je er doorheen rijdt blijkt het een verzameling losse stukken te zijn, erg veel kaalslag. Het lijkt Nederland wel, daar worden ook voortdurend stukken bos gekapt. Alleen gebeurt het hier op veel grotere schaal. Al die zielige stompjes kijken me treurig aan, heel af en toe staat er nog een eenzame overlever over het slagveld te turen. Dan passeer ik de verwerkingsfabriek, hier liggen duizenden stammen opgestapeld in afwachting van transport. Ik stop om er een foto van te maken, de stammen zijn in ieder geval te kort gezaagd om als timmerhout te gebruiken. Voor de Biomassa-centrale? Groene energie? Ik weet het niet, de hopen hout bij de boerderijtjes vallen in ieder geval in het niet bij deze massale accumulatie.
Ik rijd door op de almaar stiller wordende weg. Hier en daar verspreide boerderijtjes, bushaltes bieden de enige gelegenheid om te stoppen. En dan gebeurt wat ik gevreesd had, zonder enige aankondiging gaat het asfalt over in een grindweg. Weliswaar hard genoeg om over te rijden, maar het gerammel is een marteling. Omdat ik al heel lang geen afslag meer heb gezien, en er ook elektriciteitspalen langs de weg staan, doe ik mijn tanden op elkaar en besluit door te rijden. Het terrein is heuvelachtig, hier en daar zelfs een steile helling waar de bus dapper de keien achter zich gooit. Wat ben ik blij dat ik de motor heb laten pimpen. War ik nu door rijd, is onaangetast bos, het enige teken van de mens zijn de masten die een enkel draadje dragen. Het moet hier dus nog bewoond zijn. Om eerlijk te zijn vind ik het toch wel griezelig worden nu, er lijkt maar geen eind te komen aan deze weg, temeer omdat mijn snelheid nu teruggebracht is to 30 a 40 km per uur. Opeens realiseer ik me dat er geen masten meer langs de weg staan. Hmm, toch maar doorrijden, want keren lijkt niet gemakkelijk hier en zou betekenen dat ik dat hele stuk weer terug moet. Dan zie ik een voorrangsbord. Een voorrangsbord nota bene, hier in the middle of nowhere, hoe absurd is dat. Juf Google zegt dat ik linksaf moet op de kruising. Het bos opent zich, en ik passeer een boerderij. Vanaf dat moment ook weer palen langs de weg. Het lijkt erop dat ik weer in de bewoonde wereld kom. Ik passeer een grensbord. Aha, dus we zijn kruip-door sluip-door nu in Estland. Na ongeveer twintig minuten zie ik eindelijk weer asfalt. Ik kan het bijna niet geloven dat ik ooit nog blij zou zijn om asfalt te zien. We stoppen even en ik laat de bus doorwaaien van al het stof. Bij het eerste huis dat ik zie vraag ik met behulp van vertaalapp of de weg naar Tartu nu verder geasfalteerd is. De man beaamt dat, en inderdaad, het is zelfs in prima staat. De stadscamping is snel gevonden, en ik maak iets te eten. Er staan drie andere campers, 2 Finse en een Duitse, de mensen zitten binnen ondanks dat het fantastisch t-shirt weer is, felle zon en 20 graden. Ik zie een man met een plastic zak alle containers openen in de haven.hij is opzoek naar lege blikje en vist er af en toe een uit. Blijkbaar zit daar hier ook al statiegeld op.Ik loop een eindje met de hond en groet de voorbijgangers, maar ze geven geen sjoege. Het verkeer is druk, wat ik gezien heb van de stad is niet erg aantrekkelijk dus weer snel weg hier. Later vind ik een mooie plaats aan een groot meer die ver genoeg van de weg ligt om ongestoord te slapen.

Foto’s

4 Reacties

  1. Marja:
    9 mei 2023
    Mooi verslag weer, ik zie het zo voor mij. En lekker dat het wat warmer is geworden.
  2. Pauline van Meegeren:
    9 mei 2023
    Ja Marja, het is inmiddels heerlijk warm geworden. Vandaag wezen pootje baden in de zee.
  3. Marja:
    9 mei 2023
    Heerlijk, Pauline! Na die kou is dat welkom!😉
  4. Pauline van Meegeren:
    10 mei 2023
    Inderdaad, weg met die winterkleren!