Ontsnapping uit de stad en bebloede vlaggen

8 mei 2023 - Aluksne, Letland

Omdat ik gelezen heb dat het grote winkelcentrum iets verderop pas om 9 uur opengaat, doe ik het rustig aan. We lummelen wat en zien de andere campers een voor een vertrekken. Gisteravond ben ik een keer opgeschrikt door een hoop gerammel, het waren mannen met lichtgevende hesjes die met dranghekken liepen te sjouwen. Ik vond het wel raar, maar niet alarmerend. Behalve de hekken is er nu ook hier en daar afzetlint gespannen, de slagboom aan de andere kant van het terrein is open. Daar maak ik gebruik van want dat voert naar de weg van de winkel. Er is blijkbaar een sportevenement aan de gang want er lopen steeds meer renners over de weg langs de camping, ik rijd ze zo rustig mogelijk voorbij. Halverwege staat een agent bij nog meer dranghekken en hij laat me erdoor als ik aangeef naar de winkel te willen. Als ik de bus achterlaat in de schaduw van het gebouw zie ik bovenop het talud nog meer agenten en hekken. Dit is niet ok.
Het winkelcentrum is gigantisch, doet erg grootsteeds aan met roltrappen en ik weet niet hoeveel losse winkeltjes. Ik loop het eerste winkeltje binnen waar ze T-shirts verkopen van de Riga universiteit. De verkoopster, ik schat haar een jaar of 20, is meer dan bereid te vertellen over haar stad en haar land. Ik zeg dat ik de kleuren van de vlag zo mooi vind, bordeauxrood met wit. Ze vertelt me het verhaal dat bij de vlag hoort. Een gewonde soldaat zou in een laken gewikkeld zijn tijdens een veldslag. Zijn bloed kleurde het laken rood. Als je dit weet lijkt de kleur van hun vlag inderdaad verdacht veel op die van geronnen bloed. Ik vertel dat gisteren op de markt veel mensen nog Russisch spraken, en ze legt uit dat er nog een minderheid Russen in Letland woont. "Geeft dat spanningen", vraag ik. Ja, zegt ze, dat gaat niet altijd goed samen. Russen zijn narcisten, oordeelt ze, en erg bot. Ze menen dat ze meer zijn dan de Letten. Blijkbaar was het op school ook niet altijd even prettig geweest met de twee bevolkingsgroepen, zo maak ik uit haar verhaal op. Grappig zo'n hard oordeel te horen uit iemands mond die me net berispt heeft omdat ik het over immigranten had, en ik dus blijkbaar People of color had moeten zeggen. Het was mij namelijk opgevallen dat ik die helemaal niet gezien had hier. Ook zegt ze nog, over haar eigen volk, dat het chagrijnige mensen zijn. Grappig, terwijl zij me zelf zo aardig en behulpzaam te woord staat. Ik zeg dat ik tot nu toe de Baltische landen zo schoon en opgeruimd vind, en dat ik erg veilig voel hier. Ze beaamt dat dat ook zo is op het platteland, maar in de stad is ook gewoon criminaliteit, want vorig jaar is haar fiets gestolen bij haar werk.Wat betreft de wegversperring, blijkbaar wordt vandaag de Riga-marathon gelopen, en volgens mijn insider maak ik geen enkele kans om vanaf mijn positie de stad nog te verlaten omdat de bruggen dicht zijn. Ik bedank haar voor alle informatie en ga eerst boodschappen doen. Dan zie ik wel verder.
Mensen die mij een beetje kennen weten natuurlijk wel dat opgesloten zitten geen optie is, en dus spreek ik buiten Letse jongeman aan (helemaal geen chagrijn) en infromeer of er misschien toch een weg uit de stad mogelijk is. Hij doet enorm zijn best op zijn telefoon, en met de nodige aanwijzingen op zak weet ik globaal hoe ik in ieder geval het eerste stuk moet rijden. Daarna riskeer ik over te stappen op juf Google, maar ben niet zeker dat ze op de hoogte is van de marathon. Het leuke is dat ik nu hele andere stukken van Riga te zien krijg. Aanvankelijk  veel grote houten huizen, al dan niet goed in de verf, en veel groen. Ik rijd langs parken en een bizar verwaarloosd kerkhof op een heuvel. Dan wordt de weg slechter, grote kuilen en diepe richels, het zal wel weer een binnendoortje zijn. Inderdaad, als ik linksaf een grotere weg op draai lopen we weer vast op de marathon. Brr, er rest mij niets anders dan het kompas op een autobaan te richten om uit deze doolhof te komen. Dat lukt, en op mijn weg uit de stad rijd ik langs troosteloze rijen Sovjet-stijl flatgebouwen, er lijkt maar geen eind aan te komen. Dan volgt er nog een gedeelte met zeer grote winkelcentra, Ikea en al dat soort bij ons ook bekende bedrijven, totdat we eindelijk op de E77 uitkomen, mijn oorspronkelijke route richting Pskov, of PLeskaja zoals ze het hier noemen. We zetten koers naar een Campingplatz die ik gevonden heb op de kaart. Het landschap is minder mooi dan Litouwen, vooral landbouw, hier en daar bos, met veel omgehakte stukken. Wegdek is van dubieuze kwaliteit, maar omdat er geen kip op de weg is kan ik sturen op de minder beschadigde delen.Het wordt langzaam tijd om iets te eten, en ik volg een willekeurig bord naar een hotel. Onder aan de afrit is een parkeerplaats langs een idyllisch riviertje, waar gezinnen zitten te picknicken aan houten tafels. Als iemand weg gaat vind ik een minder scheef plekje en maak een lekkere maaltijd klaar. Er is een pad onder de weg door langs de rivier en ik loop het af totdat het niet meer begaanbaar is. Ik kom een Lets gezin tegen dat om een aansteker vraagt. Helaas kan ik ze niet helpen want die ligt nog in de auto. Ze vragen waar ik vandaan kom, en we kletsen wat. De man spreekt goed Engels, en zegt dat Letten grumpy people zijn. Het wordt nu gewoon hilarisch, al die aardige spontane mensen die van hun eigen volk zeggen dat ze onaardig zijn. Ook kom ik nog een visserman tegen die wel eens in Nederland is geweest en me vertelt dat mei de mooiste maand is om zijn land te bezoeken.
Uiteindelijk, na veel vijven en zessen brengt Google me op het erf van een boer. Hij komt naar buiten en ik word nieuwsgierig aangestaard door de waakhond en een klein ventje van een jaar of zes dat op een Quad rondrijdt. De boer spreekt wat Duits en legt me uit dat de camping zeker bestaat en dat er een spiksplinternieuwe asfaltweg naartoe leidt. Het is een prachtige camping zegt ie. Dus, alle digitale aanwijzingen negerend rijd ik terug naar het dorp en vind de betreffende nieuwe asfaltweg. En jawel hoor, aan het einde is een prachtig terrein aan het meer, niemand te bekennen natuurlijk, en ik intsalleer mij. Er is een vuurplaats, en daar maak ik dankbaar gebruik van. Er komt af en toe wat volk voorbij, een jongen met een hond die zegt dat hier vaak mensen hun hond uitlaten, een jochie op een fiets me aanstaart, maar verder blijft het rustig. We wandelen een beetje over het terrein, dat er zeer goed onderhouden uit ziet, tot ik opeens mensen zie bij mijn bus. Ik spoed me terug en een man in werkkleren drukt me een mobieltje in mijn hand. Aan de andere kant van de lijn een vrouw die Engels spreekt. Of ik hier vannacht wil blijven, want ze gaan pas op 1 juni open. Ik zeg dat ik verder niks nodig heb en graag hier wil overnachten. Als ik de man 10 euro geef, de helft van de normale prijs, is het goed. Zo gezegd zo gedaan. Het blijkt de stilste en donkerste plek tot nu toe te zijn, en niets verstoort mijn nachtrust.

Foto’s

7 Reacties

  1. H.J.:
    8 mei 2023
    Prachtig verhaal 👍👍👍
  2. Cai:
    8 mei 2023
    Ik geniet van je verhalen Pauline, en je schrijf style :)
    Knuffies en saluukes XX C
  3. Pauline van Meegeren:
    9 mei 2023
    Thanks, dankje :)
  4. Marja:
    8 mei 2023
    Goed geregeld op die camping. Mooi terrein ook en met hond ben nooit echt alleen. En wat een schitterend weer heb je, dat doet altijd lekkerder aan.
  5. Pauline van Meegeren:
    9 mei 2023
    Weer vette mazzel met het weer inderdaad. Kitaan doet het goed, heeft het naar zijn zin.
  6. Mary:
    11 mei 2023
    Fijn dat jullie t naar jullie zin hebben. Stay save 🍀
  7. Pauline van Meegeren:
    12 mei 2023
    Dankjewel :)