Weg van de gele joekels en jagen over de autobaan

26 oktober 2021 - Slivnitsa, Bulgarije

Als ik 's morgens vertrek van mijn prima plek bij hotel Volkan, zie ik als ik de hoek om draai een man op me af komen, begeleid door twee blaffende gele joekels die op de bus af stormen. Wat ben ik blij dat ik niet eerder ontdekt ben, dan had ik die rustige nacht wel kunnen vergeten. Het leek er namelijk op dat niemand me in de gaten had, Kitaan kon gewoon lekker los rond lopen, en dat was erg ontspannend. De man kijkt me onderzoekend aan, maar ik besluit hem te negeren en schiet gauw de weg op. Hoef ik ook niks uit te leggen. We gaan richting Bulgarije, maar dit keer nemen we een andere grensovergang, namelijk de meer westelijke bij Edirne. Ik tank nog even alles vol met goedkope Turkse diesel, de tank van Boes maar ook nog een jerrycan met 20 liter extra. De twee jonge gasten bij het tankstation kijken nieuwsgierig naar mijn bus, en hoe ik het fietsje eruit haal teneinde bij de jerrycan te komen, maar als deze vol is en ik het zware ding weer in de bus moet zetten, voelen ze zich niet geroepen om een handje te helpen. Gelukkig heb ik alles in mijn bus zo ontworpen dat ik in principe geen hulp nodig heb.

Vlak voor de grens maak ik nog een stop en laat de tank nog eens vullen, ook koop ik van de laatste Turkse lires wat drinkwater. De pompbediende wijst op Kitaan en zegt: "Kurt? Wolf?" Ik antwoord maar een beetje vaag en vind het eigenlijk wel grappig. Weer een nieuwe titel voor mijn trouwe reisgenoot.In Turkije zien bijna alle honden er hetzelfde uit. Ik heb ze in gedachten "gele joekels" genoemd omdat ze ons overal waar we maar gingen kwamen lastigvallen met hun gelige vacht, zwarte snoeten en verfrommelde oren. Ik zal blij zijn als ik van die plaag verlost ben. Bij de Turkse grens word ik vriendelijk uitgeleide gedaan, ze willen weliswaar mijn paspoort even zien en ik krijg er een stempel in, maar daarna wordt er slechts gewuifd en wenst men mij een goede reis. Een van de beambten vraagt weer of Kitaan een wolf is. Op naar de Bulgaren. Eerst weer auto ontsmetten, en graag betalen in harde euro's mevrouw. Het verloopt allemaal een stuk sneller dan de vorige keer. De jongen van het inklaren zegt: "Goedemorgen", en ik kijk verbaasd op. Hij heeft mijn Hollandse plaat herkend en spreekt een paar woorden Nederlands. Hij kijkt even vluchtig in mijn bus en ik kan verder. Natuurlijk deze keer braaf een vignetta gekocht, dit maal bij een chagrijnig manspersoon in plaats van een machine.

We rijden richting Sofia, de hoofdstad. Aanvankelijk is de baan zo goed als leeg, het land is vlak, en we schieten tegen Boes zijn maximumsnelheid lekker op. Bergaf gaan we soms wel 120 km/u, maar dan begint alles te resoneren, en dat is niet prettig. Na een aantal uur krijg ik honger en moet sowieso een stop inlassen om een aantal zaken te doen op mijn laptop, dus kijk ik uit naar een geschikte plek. Langs de autobaan in Bulgarije zijn heel veel fastfoodzaken. Ik zie een enkel Turks restaurantje, maar dan is het te laat en ben ik er voorbij. De vrachtwagenchauffeurs weten natuurlijk wel waar ze moeten stoppen. Iemand heeft me ooit verteld dat je bij McDonalds gratis wifi hebt, dus leg ik daar aan. Er staat slechts een auto op de parking, er zit een oude vrouw in en een jongere vrouw wil net instappen. Ik vraag aan haar of ze binnen wifi hebben, ze weet het niet zeker en vraagt het aan haar man die net aan komt lopen. Hij knikt bevestigend. Ik pak mijn spullen en loop naar binnen. Behalve een vrouw die driftig loopt te poetsen en twee man personeel achter de balie is er niemand in de zaak. Ik meld me bij de balie en herhaal mijn vraag. De man achter de balie zegt:"Certificate". Ik begrijp niet wat hij bedoelt. Dan zegt ie covid en maakt een wijzend gebaar naar zijn telefoon en zegt green. Als ik hem vertel dat ik net een uur geleden de grens gepasseerd ben en zeker niet toegelaten zou zijn als ik ziek zou wezen, verstaat hij mij niet. Zijn begrip van het Engels bestaat uit een aantal ingestudeerde woordjes. Ik ben niet van plan om wat dan ook betreffende mijn gezondheid aan te tonen in een zaak die het meest ongezonde voedsel ter wereld verkoopt, en vertrek dus weer. Dat voer is sowieso niet te eten. Een aantal kilometer verderop zit nog een hamburgertent, dit keer van een lokaal merk. De vrouw achter de toonbank helpt mij vriendelijk aan een grote hamburger met frietjes. Ik neem het mee naar buiten en ga samen met Kitaan in het verrassend schone, groene gras zitten. Ik verdring de gedachte dat er vele chauffeurs in dat gras geplast hebben. Samen verorberen we alles, want de portie was natuurlijk veel te groot voor mij alleen. De oogjes waren weer eens groter dan de maag.

Uiteindelijk zijn we Sofia voorbij, en de weg begint al richting Servië te gaan. Het is tijd voor een slaapstop. Ik ben niet zo van de bruine borden, maar dit keer volg ik er een die me rechtsaf de verlatenheid in voert. Het blijkt een beschermd moerasgebied te zijn. Aan de rechterkant van de weg staan uitkijktorens om de vogels te bespieden. Ik zet de bus erbij en verken de omgeving, en vind een betere plek voor de nacht. Het moeras gaat over in vreemde kale heuvels. Iemand heeft met witte stenen een tekst gemaakt op de wand. Ik begrijp niet wat er staat, maar als ik dichterbij kom, krijg ik respect voor het werk, omdat het enorme stenen zijn. Boven de heuvel cirkelen grote roofvogels hun sierlijke patronen op de thermiek. Het lijkt allemaal rustig genoeg en ik haal de bus. Omdat we de hele dag gereden hebben gaan we nog eens lopen, nu vanaf de bus. Dan komt er vanuit het niks een hond op ons af. Oh nee, toch niet weer zo'n vervelende joekel, denk ik. Ik probeer hem weg te jagen, en Kitaan helpt mee, maar het blijkt een jonge hond te zijn die het allemaal als een spelletje ziet. Hij is super onderdanig naar Kitaan, en uiteindelijk spelen ze wel een uur met elkaar. Dat het jonge beest mij een keer onderuit haalt in zijn onbesuisdheid loopt gelukkig goed af. Hij loopt helemaal met ons mee, en blijft bij bus (lees:Kitaan). Het is nog lekker in de zon nu de wind eindelijk is gaan liggen en ik zit op mijn treeplank terwijl de honden uithijgen. Dan komt er van links een auto met een jong echtpaar erin, ze zwaaien en de vrouw glimlacht naar de honden. Dat zullen zijn baasjes zijn, en inderdaad, het jonge dier spitst zijn oren, kijkt nog een keer om en loopt dan de auto achterna. Wonen daar aan het eind van dit hobbelpad toch nog ergens mensen.

De avond is wondermooi, ik heb het gevoel dat ik midden in een platenhoes uit de jaren '70 sta met de romantische kleuren van de lucht nadat de zon achter de horizon is verdwenen. Ergens diep van binnen zit nog dat hippiestukje uit mijn vroege jeugd. Als het eenmaal donker is wordt het koud. We kruipen in de bus en ik maak nog een kopje thee. Gauw onder het dekbed. Ondanks dat ik er weer een dubbel van heb gemaakt is het fris vannacht, en bij het opstaan om 5 uur is nog maar twee graden in het busje. Gelukkig doet de kachel het, en kunnen we weer wat opwarmen. Vandaag weer een nieuwe grens, op naar Servië, een land waar ik alleen maar oorlogsverhalen over heb gehoord. Best wel spannend.

Foto’s

4 Reacties

  1. Marja:
    26 oktober 2021
    Ik hoop dat je nog een poosje onderweg blijft, want ik geniet nog steeds van je belevenissen. Die Mc Donalds is aan mij ook niet besteed. In Luxemburg heb ik er wel een keertje koffie gedronken, maar verder dan dat kom ik ook niet.
    Ik ben benieuwd hoe je het voormalige Joegoslavië vindt. Ik ben niet in Servië geweest, maar wel dwars door Bosnië en Kroatië.
  2. Indira Peters:
    26 oktober 2021
    Wat boeiend allemaal! Ik kijk uit naar het vervolg van je avontuur. Het lijkt wel alsof ik in een boek zit maar dan met 2 bekenden in de hoofdrol. En boes. Super wat je daar ziet, hoort, meemaakt, ... Geniet verder van je droom die werkelijkheid is geworden.
  3. Pauline van Meegeren:
    28 oktober 2021
    Dankje. Twee bekenden in de hoofdrol :)
  4. Pauline van Meegeren:
    28 oktober 2021
    Dankje, lief van je. We genieten allebei volop.