Little Las Vegas en Turks gejank

18 oktober 2021 - Eceabat, Turkije

Na een fijne nacht op de camping met de onuitsprekelijke naam neem ik afscheid van de eigenaar. Hij heeft ook een Duitse herdershond, en is er zo gek mee dat hij haar zijn dochter noemt. De eerste medereizigers die ik tijdens mijn reis heb getroffen, slapen nog. Het zijn vier jonge Polen die rondreizen in een wat grotere versie van Boes, een twee keer verlengde en verhoogde Crafter. Gisteren hadden ze al vastgezeten op een van die modderpaden en waren met een quad losgetrokken. Hun bus lag ook wel wat lager in zijn vering, want natuurlijk zwaar beladen. Zij meenden dat mijn bus een 4wd was, dat komt omdat ie zo hoog op zijn poten staat. Als ik vraag waar ze naar toe gaan vertellen ze dat ze gaan hiken in een bepaald berggebied, want ze hebben nu een vrije periode tussen hun zomer en hun winterjob. Het mountainbike seizoen is afgelopen en de wintersport is nog niet begonnen. In tegenstelling tot de plaatselijke bevolking vinden zij het helemaal niet raar dat ik rondreis.
Als ik heb afgerekend, een pittige prijs vergeleken met de vorige camping, draaien we weer terug de kustweg op. We komen langs Boergas, waar ik grote appartementengebouwen zie staan, sommige zijn nog in aanbouw. Het wordt hier dadelijk een kleine versie van de Spaanse Costa als ze zo door blijven bouwen. En toen had ik Nesebar nog niet eens gezien. Langs de route staan natuurlijk veel reclameborden, zoals ik inmiddels gewend ben in Bulgarije. Gelukkig hoef ik niet dwars door Boergas, ik rijd er omheen over een best wel ruime snelweg, en voor ik het weet ben ik in Nesebar. Ik had natuurlijk na alles wat mij er al over verteld was een kleine nederzetting met een archeologische bezienswaardigheid verwacht, hooguit een dorp, maar dit was echt bizar. Ik word over grote boulevards geleid die volkomen uitgestorven zijn, links en rechts grote gebouwen, meest hotels en vakantieappartementen. Er lopen hier en daar wat verdwaalde toeristen rond op straat. Wat ik nog niet vermeld had zijn de snelheidsdrempels van Bulgarije. Deze ontdekte ik op een voor Boes tamelijk pijnlijke manier. Ze bestaan uit dikke plakken asfalt, die gemarkeerd worden door haaientanden. In eerste instantie had ik ze niet in de gaten en vaak ontbreekt de markering. Zo ook die ene keer dat werkelijk alles in  de bus van zijn plek vloog toen ik er met een vaartje van 60 km/u overheen vloog. Ze liggen ook in Nesebar elke halve kilometer op de weg. Er zijn hier ontzettend veel clubs en vooral goktenten, die schreeuwerig reclame maken, vaak in het Engels, of tweetalig. Alle winkels zijn gesloten, zelfs de grotere supermarkten die ik hier voor het eerst zie. En weer ontdek ik een nagebouwd kasteel, dat is al het derde exemplaar dat ik in het voormalig Oostblok aantref, waarbij ik moet opmerken dat ik de Oekraiense versie de meest geslaagde vind. Wat hier in Nesebar is opgebouwd is een zeer goedkope en rommelige versie van Las Vegas. In het klein wel te verstaan, want na enkele kilometers over deze brede boulevards te hebben gereden komt het kleine schiereiland in zicht waar het allemaal om draait. Ik vind gemakkelijk een parkeerplaats vlakbij en we wandelen het befaamde Unesco werelderfgoed op via een mooie oude brug. Kitaan poseert weer braaf voor een foto. Het stadje is zo goed als leeg en bestaat voornamelijk uit horeca en souvenirwinkeltjes, precies wat Google ook al had medegedeeld. De oude bouwwerken komen hierdoor niet zo goed tot hun recht. Overal lopen geldwisselaars die vanwege Kitaan gelukkig op een eerbiedige afstand blijven. Op zulke momenten ben ik erg blij dat hij erbij is. Ik besluit ergens een kop koffie te drinken en vind een gelegenheid die nog open is. De prijs is praktisch hetzelfde als in Nederland. Dat krijg je met massatoerisme en ik verwacht hetzelfde aan te treffen aan de Middellandse zee kust.
Ik hou het voor gezien en zet de navigatie op het laatste dorp voor de Turkse grens. De reis voert nu door een van de machtigste natuurgebieden die ik al ben tegengekomen op deze reis. Aan het heuvelachtige bos lijkt maar geen eind te komen. Het is prachtig, maar ook een beetje intimiderend. Er zijn weinig to geen mogelijkheden om te stoppen. De vluchtstrook is te smal om de auto neer te zetten  en naast de vluchtstrook is vaak een zeer diepe betonnen goot of dikke betonnen blokken om vallend gesteente op te vangen. Dit is een van de grotere natuurgebieden van Bulgarije. Uiteindelijk vinden we een soort parkeerplaats, waar allerlei borden staan die mij vertellen dat ik het bos niet in mag etc. We gaan toch maar een klein wandelingetje maken en stranden al gauw bij een hek waarachter ik enkele gebouwen zie staan. Dit keer geen escapades, en we lopen terug.
Uiteindelijk staan we in Malvo Tarnovo, het laatste dorp voor de grens, Er komen een paar jongen voorbij op ongezadelde paarden met slechts een touw ter besturing. Het lijkt het einde van de beschaving. Ik voer nog een laatste telefoongesprek met het thuisfront via mijn KPN-kaart en vertrek richting Turkse grens. Het is spannend, wat staat me daar te wachten? De eenzaamheid van het grote bos kruipt onder mijn huid. De hond kijkt me aan, hij voelt het zo goed aan als ik het een beetje spannend vind. En dan: de Bulgaarse grens. Er staat een hokje en ik laat een mevrouw mijn vignetta zien. Dat is in orde. Ik kan gewoon doorrijden. De Turkse grensautoriteiten zijn erg voorkomend, wel moet ik ontelbare keren mijn paspoort laten zien, zijn ze een beetje verbaasd dat ik alleen reis, maar leggen ze me verder geen strobreed in de weg. Als ze vragen waar ik naartoe ga zeg ik iets vaags over de Middellandse zee. Dat de boes een camper is, willen ze graag met eigen ogen zien. Customs control beperkt zich tot het openen van de schuifdeur, waarna de aardige jongeman aan een blik op mijn interieur voldoende heeft. Er loopt ook een vrouwelijke douanier van de grenspolitie die een erg komische aanblik biedt met haar ultrahoge sleehakken onder haar uniform. De een na laatste statie is het desinfecteren van de boes. Ik moet 4 euro betalen, omdat ik nog geen Turkse lires heb gewisseld en ik rijd langzaam door een soort wasstraat. Het haalt weinig uit tegen de dikke laag stof en modder die inmiddels op mijn bus zit. Als ik lang moet wachten op de controle van een grote groep Turkse busreizigers, die door een soort vliegveldachtige controle moeten, inclusief bagagescanner, maak ik van de gelegenheid gebruik om voor 50 euro wat Turkse lires te kopen en een Turkse telefoonkaart. In eerste instantie zit er niemand in het hokje, maar al gauw komt er een nette jongeman aanlopen die achter het loket plaatsneemt. Na een aantal Oosbloklanden ben ik verbaasd dat het geen vrouw is. In Oost-europa worden dit soort baantjes door vrouwen vervuld. Ik ontvang mijn eerste Turkse geld en geef meteen de helft weer uit een de mobiele telefoonkaart waar ik 15GB op krijg. Ik geef hem mijn telefoon en met uiterste zorgvuldigheid vervangt hij het kaartje en regelt de hele aanmeldingsprocedure waar, je raadt het al, voor de zoveelste keer mijn paspoort aan te pas komt.
Enige tijd later krijg ik groen licht en rijd door het mooiste beukenbos dat ik ooit gezien heb. De stammen zijn zo hoog, dat zelfs als ik over een brug door het dal rijd, de stammen nog boven me uit torenen. Dan gaat het na vele kilometers over in een wat glooiender, zeer weids landschap. Rechts van mij breekt op een dramatische manier in een rode gloed het wolkendek. Ik kan de zon niet zien, maar het zonlicht valt in brede banen op het land in het westen. Als kind zag ik altijd de hand van God in dit verschijnsel. De eerste indrukken van Turkije zijn kortom overweldigend. Was Oekraine een groot land, hier lijk ik me nog kleiner te voelen in de enorme ruimte om me heen. Dit is waar ik voor gekomen ben. Dit hebben we in Nederland niet meer en het is een zeer speciaal gevoel. Al gauw bereiken we een middelgrote stad en ik besluit voor de zekerheid de tank te vullen. De pompbediende spreekt geen Engels maar is ook weer erg voorkomend, noemt me madame en verzekert me in gebarentaal dat alles goed komt en ik aan de kassa kan betalen. Ik verwachtte dat ik het aantal liters moest opgeven, maar dat is hier niet nodig. Binnen in de shop hangt een lcd-scherm met daarop de kentekens en de bijbehorende pompnummers. Erg up-to-date allemaal. Ik kan pinnen en de jongeman achter de kassa verstaat Engels. Het lijkt hier allemaal wat meer ontwikkeld dan in de laatste drie landen. Ook een stuk schoner op straat. Maar waren de honden in Bulgarije zo goed als uit het het straatbeeld verdwenen, hier zijn ze vanaf de grens weer terug, in grote getale, en ze zijn een maatje groter. Dat wordt dus oppassen met Kitaan. De grote jongens zullen hun territorium niet zo makkelijk prijsgeven.
Het begint te schemeren maar er dient zich geen enkele plaats aan waar ik de bus zou kunnen parkeren voor de nacht. De bomen zijn nu zo goed als verdwenen, de modderige paden bieden geen soelaas, en dus blijf ik rijden. Na verloop van tijd moet ik weer in zuidelijke richting en kom ik op een tweebaansweg. Het is inmiddels donker. Ik sla lukraak een afslag naar een dorp in en zet de bus naast een kerkhof. We lopen een stukje om te kijken of het hier veilig is. Kitaan wordt begroet door drie schattige puppies met dikke buikjes die door het hek kwamen gekropen. Ze volgen ons niet. Er passeert een kleine witte auto. Als ik omkijk is ie gestopt bij de bus, en een tegenligger staat daar nu ook stil. Oei, dit is niet goed. Ik kan niet goed zien of er iemand uitgestapt is, en loop zo snel mogelijk terug naar de bus terwijl ik Kitaan bij zijn halsband houd. Tegen de tijd dat ik aankom zijn ze gelukkig al vertrokken. Dit gaat hem niet worden. Vort maar weer. Rijden in het donker heeft niet mijn voorkeur en bij de eerstvolgende gelegenheid draai ik af. Ik rijd door een dorp dat nog vol leven is rond deze tijd. Er zitten mannen op een verhoogd overdekt terras, en rechts is een soort grote betonnen plaats waar tractoren met platte wagens erachter af en aan rijden. Er brandt een vuur en er staan mannen te praten. Ik blijf even in het midden staan om te kijken wat er gebeurd. Niks, ze kijken alleen. Ik parkeer de bus aan de kant zodat hij niet de weg staat. Er loopt een oudere goedgeklede heer voorbij, ik wenk hem en vraag of ik hier kan parkeren voor de nacht. Hij verstaat geen Engels, maar begrijpt wat ik bedoel. Hij maakt het internationale gebaar voor slapen en steekt zijn duim op dat het goed is. Blij met de goedkeuring van een van de dorpsoudste maak ik mijn bed gereed en wil gaan genieten van een welverdiende slaap. Hoewel de dorpelingen geen problemen hebben met mijn aanwezigheid, de dorpshonden des te meer. Het geblaf en gehuil vanwege de geur van Kitaan gaat de hele nacht door. Als 's avonds het versterkte gezang van de muezzin klinkt vanuit de minaret van de moskee wordt het een oorverdovend spektakel van huilende honden en klaaglijk gezang. Veel slapen doe ik niet, want de honden zijn erg hardnekkig in hun territoriumdrift. Vannacht haal ik hopelijk die slaap wel weer in. Op naar Canakkale.

Foto’s

6 Reacties

  1. H.J.:
    18 oktober 2021
    Mooi verhaal . Trek voor Canakkale maar een dag uit . Prachtig schiereiland met aan het begin ( bij veerboot ) een schitterend kasteel en verdedigingswerk . Verder het schiereiland op tal van oorlogsmonumenten en een museum . Zeker de moeite waard .
  2. Pauline van Meegeren:
    19 oktober 2021
    Ik geloof het helemaal, maar omdat ik Kitaan bij me heb moet ik toch opteren voor een heel andere manier van reizen. Ik zie het kasteel hier nu uit de verte liggen.
  3. Marja:
    18 oktober 2021
    Als je terugkomt is jouw paspoort versleten, als ik het zo lees. Je beleeft wel veel op zo’n reis.
    Op naar de volgende avonturen, ik kijk er naar uit!😄
  4. Pauline van Meegeren:
    19 oktober 2021
    hehe ja,dat paspoort daar zijn zo dol op, ik snap er ook niks van. Voor Turkije en Oekraine kan ik het begrijpen, dat is buiten de EU, maar dat gedoe intern is echt bizar. Wat is er met het verdrag van Schengen gebeurd?
  5. Ingrid:
    19 oktober 2021
    Hristo en zijn Duitse herder. Daar heb ik 2 jaar geleden 11 dagen gewacht op Belgische post. Inschrijvingsbewijs auto lag nog thuis… 🙄
  6. Pauline van Meegeren:
    19 oktober 2021
    Hij is echt gek op zijn hond. Ging goed met Kitaan. Uran zijn hond deed moeilijk, maar draaide vandaag wat bij.