Van Horrorhrad naar de luwte van het laagland en appels

2 oktober 2021 - Zuid-Bohemen, Tsjechië

Vanmorgen rond half negen vertrokken van de mini-camping aan de Elbe. Gisteravond rond zeven uur was de eigenaar nog even gekomen om het standgeld te innen. de prijs was 200 CZ kronen voor een nacht, omgerekend ongeveer 8 euro. Niet veel voor zo'n leuk plekje. Mijn buren sliepen nog dus daar heb ik geen afscheid van kunnen nemen. Ze sliepen vast nog diep gezien het grote aantal lege wijnflessen dat op hun tafel stond. Ik was blij dat ik het bij een glaasje gelaten had, want alcohol doet geen goede dingen met me, zeker niet de dag erna.
Ik laat Nucnicky achter me en stel de navigatie in op Roudnice ad Labem, waarvan ik begrepen heb dat het een stad zou zijn met mooie historische gebouwen. Labem is de Elbe op zijn Tsjechisch. Ik vond vrij gemakkelijk een parkeerplek in de buurt van het centrum en ging op zoek naar een bankomat en wat waxinelichtjes. De bankomat had ik vrij snel gevonden, en bewapend met 1000 nieuwe kronen besloot ik wat rond te lopen in het stadje. Dit keer deed Kitaan heel normaal. Wat extra snuffelen natuurlijk, de stad heeft vele indringende geuren voor een hond, maar hij liep gewoon vlak langs de gebouwen, dus Terezin was wel degelijk de uitzondering op de regel. Al gauw stuitte ik op een gezellig marktje, vol met Tsjechen. De worstenkraam moest wel heel bijzondere waar verkopen want er stond een rij van minstens twintig mensen, gelukkig zonder mondkapjes en lekker dicht bij elkaar. Normaal dus.
De worsten liet ik aan me voorbijgaan, zou sowieso geen idee gehad hebben welke ik zou moeten kiezen, maar ik had wel trek in een goede kop koffie na al die oploszooi. Er was een klein kraampje waar twee jonge meiden hippe koffie verkochten. Ik bestelde een iets minder hippe cappuccino, waar het meisje een prachtig hartje in toverde. Hij smaakte alsof ik al drie weken geen koffie had gehad, terwijl ik pas 4 dagen onderweg ben. Wat kan je geest je toch belazeren.
Een van de meisjes sprak Engels en toen ik vroeg wat nog de moeite waard zou kunnen zijn in Tsjechië, zei ze natuurlijk Praag, en dat ik dan wel zeker een week voor zou moeten uittrekken. Ik heb haar maar in de waan gelaten dat ik Praag zou aandoen en knikte beamend terwijl zij een waslijst van kathedralen en bruggen opsomde die ik toch echt zou moeten bekijken. Met een bezoek aan een grote stad doe ik zowel Kitaan als mijzelf geen plezier, dus nadat Kitaan zich uitgebreid had laten knuffelen door genoemd meisje en zijn mooiste jankconcert ten beste had gegeven zijn we weer verder gelopen. De meisjes namen afscheid met: Enjoy Tsjech Republic. Zo heerlijk patriottisch, kom daar in Nederland nog eens om.
Nu begon de zoektocht naar de kaarsen. Google translate gaf "svicka", dus ik vroeg een aantal voorbijgangers waar een kaars zou kunnen kopen. En vrouw sloeg bijna op de vlucht, een man op een bankje gromde slechts wat, waarna ik zelf maar ben gaan zoeken. Geen enkele winkel die ik passeerde leek zoiets te hebben, en ik had de moed al opgegeven toen ik op weg naar de parkeerplaats langs een wat onduidelijk winkel van sinkel kwam. Ik plaatste Kitaan in de wachtstand buiten en vroeg aan de Chinese jongeman achter de toonbank opnieuw naar een svicka. Hij keek me niet begrijpend aan, enigszins uit het veld geslagen leek het wel. Hmm, dat ging niet goed, hoewel ik gezien de enorme chaos in de winkel hier toch wel een kans meende te hebben. Even de uitspraak controleren dan maar. Dat ging beter, hij reageerde meteen en bracht me naar een schap dat helemaal volstond met allerlei kaarsen. Kassa. Waarom zo hardnekkig op zoek naar een kaars vraag je je af? Nou simpel, het geeft wat warmte en licht en spaart mijn accu, want in de huishoudaccu heb ik niet al te veel fiducie.
Nu, terug in de bus ging ik op zoek naar een nieuw voorlopig doel, en zag midden in een nationaal park, niet al te ver weg, een camping Kokorin, vlakbij het gelijknamige plaatsje. Lovende recensies over omgeving en service sterkten mij in mijn besluit. Gezien de ligging vermoedde ik dat het weer een uitdagend ritje zou worden. Uiteraard besloot juffrouw Google het halverwege weer op te geven en haar heil elders te zoeken op zoek naar een gps-signaal. Fijn is dat, kon ik het zelf weer uitzoeken. Om het dan maar even nog eens te herhalen, het werd een hele zoektocht, tot ik uiteindelijk toch bruine bordjes tegenkwam met daarop de gestileerde afbeelding van een kasteel en de tekst Hrad Kokorin. Als ik dat zou volgen zou het goed komen dacht ik. Ik zag steeds meer mensen op mountainbikes, lijkt me levensgevaarlijk hier met die racende Tsjechen, en op een gegeven moment zag ik op een pleintje zelfs een aantal autobussen staan. Er ging nog steeds geen alarmbel af.. Bij het volgende bordje dat richting een tunnel wees stond wel een groot waarschuwingsbord dat je er boven bepaalde afmetingen niet in mocht rijden. Mijn kleine bruine bleef ruim binnen de marge en ik dacht, nu zal ik toch wel gauw op de camping zijn. Ik had het plan opgevat om vandaag iets aan die niet werkende kraan te gaan doen, ik heb een reservekraan en reserve pomp bij me, en het leek me prettiger om die klus op een camping te doen. Bovendien was het mooi weer, 20+, en dan kunnen lekker alle deuren van de bus open en spullen naar buiten om wat ruimte te maken. Ik zag het helemaal voor me om weer stromend water te hebben. Wat ik echter voor mijn kiezen kreeg was een helletocht door een steil ravijn met auto's links en rechts, amper ruimte om de bocht te nemen omdat tegenliggers ongeveer een meter uit de kant rijden, wandelaars met rugzakken en stokken, en tot overmaat van ramp uiteindelijk ook nog geparkeerde auto's. Aaaaaaaaaah. Ik wilde nog maar een ding en dat was weg uit dit vreselijke oord. De drukte was de Efteling in het kwadraat en de manoeuvreerruimte had de dimensies van Madurodam. We zijn er heelhuids uitgekomen en eens helemaal beneden zo snel mogelijk een andere kant uitgereden. Ik moet toegeven dat de rotspartijen spectaculair waren voor zover ik het heb kunnen zien. Een foto maken lukte niet, ik heb wel nog kort gefilmd met de Go-Pro, maar kwam er snel achter dat met een hand rijden niet erg verstandig was.
Een paar km verderop ben ik een willekeurig bospad ingereden waar we heerlijk in het zonnetje gezeten hebben en lunch gemaakt. De rust was er niet om daar te blijven, bovendien liep zelfs hier nog veel volk rond, dus in de hoeven op zoek naar betere oorden. Nu had ik mijn zinnen gezet op weer een plek aan de rivier, dus een willekeurig, ogenschijnlijk klein plaatsje gepind aan de Elbe. De rit door Centraal Bohemen was zeer ontspannen, even geen haarspelden, slechts flauwe bochten, glooiende hellingen en heerlijke vergezichten. De bus was blij dat ie even niet hoefde te klimmen. De wegen zijn hier meestal erg goed, met dank aan de EU denk ik, alleen heel af en toe kom je nog een Oost-Europees stukje tegen. De wegen waren meest omzoomd met bomen. Niks speciaals natuurlijk voor een landweg, tot ik begon te zien wat voor bomen het waren. Appelbomen, en ze hingen uiteraard in dit seizoen vol met blozende appeltjes. Op sommige plaatsen lag de berm er zo vol mee dat je er makkelijk een varkentje mee zou kunnen mesten. Mijn nieuwsgierigheid werd me de baas en toen ik een gelegenheid zag om te stoppen bij een zijweg deed ik dat. Op de zijweg stond een busje en waren twee kerels professioneel in de weer met een ladder. In hun bus stonden kisten met appels. Uiteraard moest ik meteen een appel proeven. Nog wat hard, net als die van de boer in Duitsland, maar goed van smaak. Gewapend met nog meer appels reed ik verder.
Het was me niet gegund om vandaag nog een plaats bij de rivier te vinden, noch een camping. Het plaatsje dat ik gepind had bleek een industriestadje te zijn met een megagroot rangeerterrein, een ongelukkige en ondoordachte keuze. Dichtstbijzijnde campings op meer dan 35 km, dus nu sta ik alone on a hill. Tot morgen.

Foto’s