De gruwel van de M30 en een bange nacht
11 oktober 2021 - Zatoka, Oekraïne
Mijn besluit gisteren om de hoofdweg te nemen naar het zuiden is me niet goed bevallen. Een "autobaan" in Oekraine bestaat uit twee rijstroken, gescheiden door een ononderbroken streep. De rijbanen worden geflankeerd door vluchtstroken. De usance is als volgt: Rijd je langzamer dan 90 km per uur, dan wordt je geacht tenminste voor 75% van de breedte van je voertuig op de vluchtstrook te rijden, teneinde de snelle auto's te laten passeren. Dat is natuurlijk niet officieel, maar iedereen doet het zo. Het gevaarlijke is echter dat diezelfde vluchtstrook en zeker op zondag, ook bevolkt wordt door groente en fruitverkopers met hun diverse voertuigen. Er staan paardenkarren, handkarren, tweewielige traktors met aanhanger, Mercedesbussen tjokvol Watermeloenen, en oude baboesjka's die hun waren te voet hebben aangesleept. Verkopen langs de weg lijkt de ultieme zondagsactiviteit. Gingen de Tsjechen nog massaal uitstapjes maken met auto of mountainbike, de arme mensen in deze regio kunnen elke cent goed gebruiken die ze met hun zelfverbouwde produkten kunnen verdienen. Het is schouwspel van jewelste, maar ik schaam me teveel voor mijn eigen welvaart dat ik foto's van maak. Een goede fotograaf zou dit probleem waarschijnlijk niet hebben en een magnifieke reportage kunnen maken van dit land, maar helaas ben ik meer een observator. Als je het dus goed bekijkt is er geen vluchtstrook, en als je toch gedwongen hier op rijdt, moet je ontzettend goed opletten, want behalve de stalletjes, staat er ook geregeld een vrachtwagen stil die de vluchtstrook wel als zodanig gebruikt. Doodvermoeiend dus. De gemiddelde snelheid van de linksrijders varieert van 100 km/u tot ver daarboven.
Het is ook wat gecompliceerder om onze kleine pauzes te maken, behalve maisvelden die tot de horizon reiken, is er praktisch niks, heel af en toe een midddelgroot dorp, maar ook daar weinig wandelmogelijkheden. We improviseren door toch af en toe als het verkeer het toelaat van de weg af te draaien. Zodra je er dan weer op gaat wordt je meegezogen in de haastige spoed van je medeweggebruikers. Ik wil geen haastig gedoe, daar heb ik een broertje dood aan. De internetverbinding is hersteld, en op zich gaat het navigeren goed, omdat de richting van de grote steden goed aangegeven wordt. Ik zie ook voor het eerst sinds mijn komst hier een politiebureau. Er staan bloemetjes voor de ramen, maar het lijkt niet bemand. De middag vliegt voorbij, en het wordt tijd om uit te gaan kijken naar een plek voor de nacht. Het zit niet mee. Elk weggetje dat ik indraai en dat ogenschijnlijk verlaten lijkt blijkt dat niet te zijn. Stop je twee minuten dan komt er wel een voetganger aan of er rijdt een auto langs. Gezien de ongelofelijke armoede en het feit dat ik een paar jaar gelden gewaarschuwd ben door iemand uit Oekraine dat als ik hier zou gaan reizen ik vooral niet in de kleine armoedige gehuchtjes moest gaan staan, blijf ik een aantal keer verkassen. Het kruipt me niet in de koude kleren, ik word moe en een beetje prikkelbaar. Kitaan berust in ons lot, zolang hij eten en drinken krijgt en de nodige beweging, vindt hij het allemaal best. Als het al bijna donker is rijd ik vertwijfeld een kleinere zandweg af, na een paar honderd meter verschijnen er huisjes aan de linkerkant. Ze zijn oud en klein, en met daken waarvan ik betwijfel of ze de wintersneeuw wel kunnen dragen, op straat en de tuinen zijn kinderen die er meer uitzien als zigeuners dan als Oekraïners. Misschien ook niet zo'n goed idee om hier te gaan staan dus. Ik word achterdochtig bekeken en draai de bus bij de eerste gelegenheid. Uiteindelijk is het donker en vinden we een hobbelpad zonder huizen. Ik heb geen goede nacht. Gisteravond wilde de kachel niet aan en er is geen internetverbinding. Ondanks dat ik niet zo'n hele erge telefoonfanaat ben is het internet hier wel een lifeline. Gauw onder mijn dekbedje gekropen, en vanmorgen om 5 uur eruit gegaan. Het was 5 graden in de bus. Voor het eerst mijn Karpatski bodywarmer aangedaan en dat hielp totdat gelukkig de kachel weer wilde branden, en een kopje koffie de onrust van deze nacht weer verdreef. Buiten was de sterrenhemel zoals ik me die herinner uit mijn jeugd. Als je de hemel zo ziet weet je ook weer waarom die sterrenclusters namen hebben. Ik kan me hier zelfs voorstellen hoe mensen er vroeger op konden navigeren. Zodra het licht wordt gaan we weer rijden en hopelijk dan een alternatieve route want ik heb mijn buik vol van de M30.
Het verhaal wat je nu schrijft, dit is leuk genoeg om in boekvorm te laten uitgeven.
Ik heb een uitgeverij ooit eens genoteerd die niet gauw iets afwijst. Dat is boek.scout.nl, misschien leuk om ze eens te benaderen.