Boes and go!

16 oktober 2021 - Shkorpilovtsi, Bulgarije

Na een rustige maar plakkerige nacht, de temperatuur hier is redelijk hoog, en de lucht verzadigd van vocht, ben ik al vroeg wakker. Ik installeer me weer op mijn enorme prive-terras. De loslopende dieren zijn nergens te bekennen. Tegen zonsopgang melden zich als eerste de hoenders, een voor mij onbekende soort die hier rondscharrelt. Ze zijn gedomesticeerd, maar vinden het wel nodig elkaar te attenderen op het feit dat Kitaan er nog steeds is. Ik ontbijt in mijn bus en neem rond negen uur afscheid van de meisjes van camping Kosmos. Het was een aangenaam en nuttig verblijf. Ik draai de kustweg weer op en besluit eerst een bezoek te brengen aan de archeologische vindplek die met een groot bord aangekondigd staat op de camping. Het is vlakbij. Het fameuze hokje bij de ingang is onbemand en de slagboom bij het pad dat naar het eiland voert staat open, dus wandelen we erheen. Halverwege begin ik te twijfelen of ik de bus wel op slot heb gedaan, en keer op mijn schreden terug. Hij was dicht. Een typisch geval van Alzheimer light. Nu ik toch bij de bus ben besluit ik voor de eerste keer deze reis het fietsje te gebruiken. Het terrein is redelijk vlak en de afstand duidelijk meer dan de 600m die op het bord aangegeven staat.Ik hobbel rustig over het pad dat op het eind overgaat in een houten brug over het water. Waar de trappen beginnen laat ik de fiets achter. We lopen over het terrein, een hoop oude stenen, hier en daar zijn er betonblokken geplaatst tussen de muurtjes, wat een vreemd gezicht is. De uitgebloeide gele toortsen steken als zwarte armen in de lucht. Het is doodstil, je hoort allen de wind en de vogels. Ik probeer me te realiseren hoe het hier duizenden jaren geleden moet zijn geweest en op wat voor manier die mensen toen aan voedsel zijn gekomen.Mijn voorstellingsvermogen schiet tekort. Het wemelt hier van de fazanten, elke honderd meter vlogen er wel een paar op toen ik hierheen fietste. Het reizen buiten het seizoen heeft, als je de weersomstandigheden voor lief neemt, een grote charme. Het is namelijk vreselijk druilerig weer vandaag.
Ik hou het voor gezien en we gaan verder op de E 87, die richting Varna voert. Wat me het meeste opvalt sinds ik in Bulgarije ben is de westerse invloed. De Coca-Cola cultuur schreeuwt je aan alle kanten tegemoet. Grote winkels proberen klanten te werven met semi-hippe Engelse teksten, en langs alle wegen staan enorme reclameborden. Hierop staan blije mensen afgebeeld die de Bulgaren ervan proberen te overtuigen dat je gelukkig wordt van consumeren. De plaatjes op de affiches staan in schril contrast met de werkelijkheid die ik vandaag zie. Ik krijg al gauw genoeg van de hoofdweg en rij het binnenland in. De treurige, tegen de heuvel aangekropen dorpjes lijken nog mistroostiger door de gestaag vallende regen. Leek het langs de kust allemaal nog wat verzorgder en moderner, hier heeft het leven besliste geen hogere status dan in Oekraine of Roemenie. Zelfs geen mooi kerkje te zien. We nemen een pauze bovenop een kale heuvel, en kunnen kort naar buiten tussen de buien door. Daarna maak ik eten klaar, want ik heb er weinig vertrouwen in een restaurantje te vinden waar ik een originele Bulgaarse maaltijd kan nuttigen. Ik heb niks van dien aard gezien onderweg. Als ik later bij een benzinestation stop voor een kop koffie word ik door de norse pompbediende verwezen naar de machine. Ik duw er wat muntjes in en krijg een verrassend goede beker Italiaanse cappuccino. Later valt het me op dat er overal van deze koffieautomaten staan. Een vreemd gezicht, en het natuurlijk niet zo gezellig als op een terrasje koffie drinken.
We rijden verder en naderen Varna, een van de grotere plaatsen langs de kust. In de voorafgaande kilometers werden luxe-jachten, resorts en vakantieparadijzen aangeprijsd langs de weg. Van een afstand maakt de stad een bijna Italiaanse indruk, zoals de huizen met hun flauw pyramidevormige daken tegen de heuvel aan liggen met in de verte de Zwarte Zee. Kom je er in terecht dan ziet het er anders uit. We rijden een paar keer verkeerd, tot we uiteindelijk op de juiste uitvalsweg komen en dan gaat het rap richting zuiden op een stuk heuse autobaan. Door de zware bewolking lijkt het bijna donker en ik voel de behoefte een plek voor de nacht te vinden. Die dient zich aan middels een bord Camping 3 km. Ik draai een grote betonnen plaats op. Links staan een kunststof zebra en nog een of ander beest, er zijn winkeltjes en eetkraampjes, er staat een autowrak. Meer naar de rechterzijde gaan deze bouwsels over in een nagemaakte kasteelmuur, die bij nader onderzoek van piepschuim blijkt te zijn. Het geheel is aangekleed met allerlei levensgrote teksten, zowel in Cyrillisch schrift als in ons bekende Latijnse alfabet. Het ding heet Pretpark Happyland. Het ziet er niet meer zo happy uit, is totaal onderkomen en op een bord staat dat het te koop is. Eerst even kijken of er niemand is. Nadat Kitaan vakkundig een zwerfhond heeft weggejaagd die te dicht bij de bus kwam, lopen we om het gedrocht heen. Aan de achterkant is de boel gewoon open en we nemen een gratis rondje Bulgaars pretpark. Ik roep af en toe hallo om er achter te komen of er misschien mensen zijn. Ik heb mijn lesje geleerd zou je zeggen. Er gebeurt niks. Achter het omheinde gedeelte is een grote wei die duidelijk vroeger als camping heeft gefungeerd en ik haal de bus en besluit daar vannacht te blijven staan, beetje verder van de weg is altijd fijner. Ik ben juist aan het bellen als er een grote kleerkast in T-shirt aan komt lopen. Enthousiast begin ik hallo te roepen en vraag of de camping open is. Dan zie ik dat er een vrouw bij mijn bus staat. De man zegt niks, de vrouw des te meer. Nee, geen camping. "Where men?" vraagt ze. Ik kijk om me heen, maar behalve de ene die net aan is komen lopen zie ik geen mannen. Ze herhaalt haar vraag. O, nu snap ik het, ze denkt dat ik met een man op pad ben. Nope, adinokieje zeg ik. Ze kijkt me bevreemd aan. Dan begint ze te roepen:"Boes and go!" en ze blijft dit herhalen tot ik achter het stuur zit en wegrijd. Ik ben niet zo van het namen geven om maar een naam te geven, maar vanaf vandaag heet mijn bus officieel Boes. Boes en go.
Een half uur verderop vond ik een camping, dat had de boze dame ook nog gezegd terwijl ik al wegreed, en gelukkig kregen we daar wel een plekje voor de nacht.

5 Reacties

  1. Marja:
    16 oktober 2021
    Typisch dat er zo weinig vogels zijn in Oekraïne. Roemenië daar zou ik ook weleens naar toe willen, maar ik heb nog veel landen die ik zou willen bezoeken. Voor nu blijf ik maar even met jou meereizen 😄
  2. Marja:
    16 oktober 2021
    Wat een warm welkom daar zeg! Boes en go, doet mij denken aan het nummer van Gerard de Vries, Giddy up go, uit de jaren ‘60.
    Je maakt wel veel mee hè!
  3. Bernadette Kortleven:
    17 oktober 2021
    Wij waren ooit in Bulgarije ,Sozopol, een mooi stadje aan de zwarte zee. Wim en ik dronken er heerlijke Bulgaarse witte wijn en we verbaasden ons over het vertrouwen dat de taxichauffeur in ons had want we moesten zijn rit pas betalen nadat hij ons avonds weer terug kwam ophalen.
  4. Pauline van Meegeren:
    19 oktober 2021
    Fijn dat jullie daar een goede ervaring hebben gehad. Ik vond het land een beetje schizofreen. Hoorde van een Bulgaarse kennis dat de campingeigenaar in shrikopolish mij het vierdubbele heeft gerekend blijkbaar. Ik neem het de mensen niet kwalijk, ze kunnen de inkomsten goed gebruiken, maar enige transparantie zou zeker helpen.
  5. H.J.:
    18 oktober 2021
    Onze ervaring met Bulgarije is niet positief . Aan de kust is het allemaal prima ivm de vele toeristen , maar in het binnenland kregen we echt de indruk dat ze niks willen , niks kunnen , niks gedaan hebben , en ook niks zullen gaan doen . Van het komplete Oostblok en de voormalige savalstaten vonden wij Bulgarije het slechtste en meest depresieve land .